En loop vooral niet weg! (2)

Medespeler,

Van de week kreeg ik een mailtje van Skynet Blogs met de mededeling dat de 200.000 Skynet Blog-gebruikers in de nacht van zaterdag 10 juli op zondag 11 juli naar een gloednieuw platform worden gemigreerd.

Vanaf 10 juli even voor middernacht tot 12 juli in de namiddag zullen de Skynet Blogs niet beschikbaar zijn.

Ik weet niet hoe het met u zit, beste medespeler, maar ik hou mijn hart al vast. Ik heb horrorverhalen gehoord over soortgelijke migraties. Migraties die voor bepaalde blogs een enkeltje twilightzone betekenden. Er werd nooit meer iets van hen gehoord.

Voor het geval dat “De Tafel Plakt!” tijdens het weekend voorgoed in de nevelen des tijds zou verdwijnen sta ik er nu toch even op u te bedanken voor alle keren dat u digitaal mee aanschoof: dank u wel!.

Mocht “De Tafel Plakt!” de migratieprocedure echter overleven hoop ik u vanaf maandag 12 juli opnieuw aan mijn tafel te treffen. Wees gerust, ze zal rijkelijk worden gedekt met een aantal interessante besprekingen van niet bepaald voor de hand liggende spellen. Tevens ga ik stilaan aan mijn voorbeschouwingen van Spiel 2010 beginnen zodat u gewapend met het juiste geschut in oktober naar Essen kunt vertrekken. Naar verluidt bevindt zich daar ook een soort Arkham Horror-achtige twilight zone die u voor de rest van uw leven kan tekenen.

Teveel poorten te dichten daar.

En we weten allemaal hoe dat afloopt.

Hopelijk tot maandag.

Dominique

 

En loop vooral niet weg!

Op donderdag 1 juli vond ik in mijn brievenbus voor de verandering eens geen aanmaning tot betaling. Integendeel, ik werd verblijd met een aanbod tot hulp. Van niemand minder dan de Heer Bacary, die zich had voorgenomen mij eens snel uit de drek te trekken.

Ik citeer:

“Geen leven zonder problemen. Geen problemen zonder oplossing. Mr. Bacary. Groot helderziende en medium. Internationaal met veel ervaring. Bekend om mijn uitstekend werk en doeltreffendheid. Ik los al uw problemen op, zelfs de hopeloze problemen: definitieve terugkeer van uw geliefde, partnertrouw, bescherming tegen slechte invloeden in uw leven, succes in zaken, werk, examen en impotentie. Genezing van al uw complexen en al uw emotionele problemen. Snel en 100% resultaat gegarandeerd binnen 1 week.”

Ik moet het de Heer Bacary nageven, hij weet de aandacht te trekken.

Mijn hart maakte een sprongetje. Eindelijk gelukkig. Binnen de week! Tot ik de tekst nader bestudeerde en tot de verbijsterende vaststelling kwam dat het oplossen van mijn grootste probleem, het verliezen van bordspellen, niet in het aanbod zat. Blijkbaar waagt de Heer Bacary, Groot Helderziende En Medium Met Internationale Ervaring, zich daar niet aan.

Waaruit ik concludeer dat zelfs het bovennatuurlijke liever een blokje om loopt als ik het voor mijn probleem zou aanroepen.

Verdoemd ben ik.

Voort dus maar met verliezen. Deze wetmatigheid werd tijdens de sessies met het onderstaande spel weer tot in den treure bevestigd.

Politiko: The Fall Of Caesar (Small Box Games)

Een zeer leuk, interactief en bedrieglijk eenvoudig kaartspel voor 3 tot 5 machtswellustelingen hebben we hier, waarbij je als senator probeert zo snel mogelijk 13 aanhangers te vinden bij de invloedrijkste burgers van het oude Rome, zijnde de legionairs, de filosofen, de artiesten en de senatoren. Met als enige doel de macht van Caesar, de loser van dienst, over te nemen.
Wie als eerste 13 aanhangers rond zich heeft verzameld, waarin elk soort burger minstens 1 keer vertegenwoordigd is, wint onmiddellijk. Lukt dat niet binnen de 10 ronden eindigt het spel gelukkig ook en wordt de winnaar bepaald door de waarde van de supporters die u tot dan toe hebt verzameld samen te tellen, waarbij u moet rekening houden met de geldende hiërarchie (een senator is meer waard dan aan filosoof, die op zijn beurt meer waard is dan een legionair, die op zijn beurt nog net iets meer betekent dan een artiest).

Zeer leuk omdat je tijdens elke beurt goed moet afwegen welke actie je gaat ondernemen, manipuleren of overtuigen. Elke kaart heeft twee functies bij deze acties en afhankelijk van wat je kiest kun je supporters om je heen verzamelen (overtuigen) of het spel in je voordeel beïnvloeden door handkaarten uit te spelen als actiekaart (manipuleren). Al dat moois wordt mede beïnvloed door één van de 10 supporterkaarten die bij het begin van een ronde wordt omgedraaid. Dit trekstapeltje fungeert tegelijkertijd als rondeteller.

Ook leuk omwille van de hoge graad aan interactie die hier geboden wordt. Actiekaarten als – ik hou me even aan het Engelstalig jargon – “a different perspective”, “veto”, “join the discussion”, “join the debate”, “great minds”, “tax”, “masquerade”, “for enlightenment”, “an undesirable fate”, “a ban on assembly”, “reassign the ranks”, “great progress”, en “for entertainment” laten aan verbeelding niets te wensen over.

Maar het allerleukste is dit: als u op een bepaald moment van een bepaalde soort burgers meer dan 7 voetenkussers rondom u geschaard hebt gaan die er allemaal vandoor. Vergelijk het een beetje met de status van een slechte charmezanger, daar wil u ook niet in de buurt gezien worden. Dit eenvoudige, maar tevens briljante, gegeven zorgt ervoor dat u meer dan eens tijdens het spel in een situatie terechtkomt die u opspant als een veer. Want u wilt natuurlijk die overwinning en het is lang niet zeker dat u die lauwerkrans binnen de 10 ronden binnen hebt. Daarom is het belangrijk dat u, moest het tot een telling komen, zoveel mogelijk supporters om u heen hebt verzameld. Voelt u de bui al hangen? Als u dat dan combineert met de manipulatieve effecten die de actiekaarten (zie één alinea hoger) allemaal met u kunnen uithalen spreken we eigenlijk niet meer over een buitje, maar over een orkaan van klasse S-5, die in het Algemeen Nederlands ook wel eens wordt bedacht met de term catastrofaal.

Bedrieglijk eenvoudig omwille van het eenvoudige regelwerk – twee velletjes in grote druk – en het feit dat u bij het doorlezen daarvan zichzelf de vraag stelt alwaar in godsnaam de diepte zich dan wel mag bevinden. Wees gerust, u zult tijdens het spelen snel ontdekken waar de klepel van de overwinning hangt en hoe moeilijk u die in dit universum aan het luiden krijgt.

Toppertje.

Dominique

 

Politiko: The Fall Of Caesar (Small Box Games, 2010)

John Clawdus

3 tot 4 spelers (leeftijd niet aangegeven)

30 tot 45 minuten

 

Uitademen niet toegestaan!

Luna Llena: Full Moon (Gen-X Games, 2009)

Samengevat: u bent met enkele vrienden gezellig aan het kamperen in een uitgestrekt bos. Op een ochtend wordt u bij het ontwaken met de onaangename vaststelling geconfronteerd dat twee van uw medekampeerders zijn verdwenen. En laat toch net die knappe blonde met die grote borsten erbij zijn zeker! Verontrustend zijn de grote plukken wolvenhaar die in de tent van de ongelukkigen zijn achtergebleven. Het nachtelijk gehuil dat door enkele kampgenoten werd waargenomen krijgt daardoor plots een heel andere dimensie. Nóg veel erger is het feit dat uw toegangsticket tot de bewoonde wereld, uw stafkaart, ook nergens meer te bespeuren valt.

Kortom: er zit niets anders op dan de plukjes wolvenhaar te volgen in de hoop dat u bij het laatste plukje uw ontvoerde kampgenoten en uw stafkaart terugvindt om er daarna allemaal als een speer vandoor te gaan, liefst nog bij daglicht. En vooral heel erg levend.

The Blair With Project op uw keukentafel. Daarmee kunt u dit het best vergelijken.

Mijn bevindingen aan de hand van enkele kernwoorden:

Spelregels

Dit is een zogenaamd horror-survivalspel. Nu moet u hier zelfs niet aan het spelen gaan om de horror en de survival aan den lijve te ondervinden. Dat kan vooraf ook al. Bij het lezen van de spelregels namelijk en vooral het mentaal verwerken daarvan. Edgar Allen Poe had over dit regelwerk een beststeller kunnen schrijven van hier tot ginder.

Spelregeluitleg

Het vorige hoofdstuk in acht genomen zal het u niet verwonderen dat het omzetten van al dat geschrevene in klanken die in verstaanbare woorden resulteren ook niet van de poes is. Hoedje af voor de spelregeluitlegger van dienst die hiermee aan de slag moet. Wij hadden geluk, wij konden beroep doen op iemand die deze kunst goed beheerst. Maar nóg duurde de uiteenzetting een dikke drie kwartier. Dat is een hele zit. Ik kan me heel goed voorstellen dat dit ritueel, indien het orakel van dienst het niet zo nauw neemt met het bestuderen van de regels vooraf en verbaal niet erg begaafd is, tot gevolg kan hebben dat de animo voor de spelavond als een pudding in elkaar zakt. Waarna men zonder enige schroom overschakelt op de avondwedstrijd van de wereldbeker voetbal.

De aanhouder wint echter. Zit u de zit uit wordt u achteraf beloond. Door het spel zelf zelfs. Wanhoop dus niet, beste medespeler, en hou vol.

Speelduur

Het is een erg lange zit, en die neemt aanzienlijk toe met meer spelers. Ik durf er echt niet aan denken welke fenomenen er optreden als dit met z’n zevenen wordt benaderd. Aan de andere kant daalt de speeltijd met de ervaring. Als men het spel in de vingers heeft kan het heel wat sneller. Wij deden er met z’n drietjes een dikke drie uur over en we zijn dan nog voor de grote finale noodgedwongen gestopt. Hadden we doorgespeeld was er afgeklokt op vier uur. Dat is lang. Zeer lang.

Spelmechanismen

Interessant en fascinerend zijn woorden die ik aan de spelmechanismen zou linken. Het zit, als de aanvankelijke chaos onder uw hersenpan na enkele beurten is verdwenen, toch wel goed in elkaar. Logisch in elkaar zelfs. Dat doet u waarschijnlijk de wenkbrauwen fronsen na het lezen van het voorgaande, maar toch. Na enkele ronden hebt u een spelbeurt helemaal in de vingers. Of klauwen, als u de weerwolf van dienst bent.

Voorbeelden? De kaartgestuurde gevechten bijvoorbeeld zijn erg leuk en spannend. Ook het plannen van de acties, eveneens kaartgestuurd en te doen in een bepaalde volgorde, laat niets te wensen over. En het invallen van de nacht en de boost die dat aan de weerwolvenroedel geeft is ook leuk gevonden. De kans op besmetting na een wolvenbeet is ook een hele leuke. Samengevat: “Dit spel heeft iets.”

Opzoekwerk

Tijdens het spelen moet u op zoek. Niet alleen naar uw ontvoerde kampgenoten, de stafkaart en de schuilplaats van vadertje wolf, maar ook naar antwoorden in het regelboek. Dat vertraagt en is vervelend. Erger is het feit dat het opzoekwerk soms zonder succes blijft. Ik raad dan ook tijdens het spelen een laptop met een directe link naar Boardgamegeek te voorzien zodat u eventuele vragen snel kunt oplossen.

Gepriegel

Mensen met dokwerkershanden: onthoud u van dit spel! Bepaalde fiches in dit spel zijn zo klein dat zelfs de kleinste luchtverplaatsing een ware ravage kan aanrichten, waarbij u op handen en voeten op de keukenvloer eindigt. Op zoek naar microscopisch kleine kartonnen dingetjes. Dat kán leuk zijn met z’n zevenen, maar het is waarschijnlijk niet wat u in gedachten had op het moment dat u de afreis naar uw spellenbroeders en -zusters aanvatte.

Waarschijnlijk geplaytest door Smurfen en lieden die luisteren naar namen als Plop, Kwebbel en Klus. Het is maar dat u het weet.

Een goede raad: zoek in uw doos met reserveonderdelen naar vervanging.

Noteren

Het aanduiden (schrijven met het bijgeleverde en goed geslepen potlood) op een overzichtsblaadje van wat je op welke tegel gedaan hebt is erg onhandig, bijvoorbeeld het bijhouden van gevonden items. De voorraad ongevonden voorwerpen is immers niet onuitputtelijk. Je moet dus onthouden welke bosgebieden je al hebt onderzocht. Dat is een gedoe op zo’n klein overzichtsblaadje. Dit is echter heel eenvoudig op te lossen door gewoon blokjes op de bosdelen te leggen en ze weg te nemen als u een item hebt gevonden. Eenvoudig, overzichtelijk en in één oogopslag te evalueren. Maar niet standaard in het spel. Het zou niet mogen, dat we zelf aan patchwork moeten doen. We zijn tenslotte niet met computerspellen bezig.

Uitgang

Het ontsnappen uit het bos nadat de schuilplaats van de weerwolf is ontdekt is een onnodige tijdrekker. Oké, u hebt uw maatjes weergevonden, de map ook en eventueel zelfs een quad waarmee u in volle vaart naar de uitgang kunt scheuren. Thematisch allemaal dik in orde, maar qua tijdsinvestering toch een beetje te veel van het goede. Daar komt nog bij dat u de juiste actiekaarten op hand moet hebben om die dingen allemaal te vinden terwijl de weerwolf van dienst, al helemáál in zijn element in zijn eigen huisje, aanval na aanval uitvoert. Het kan dus een tijdje duren vooraleer dat scheuren naar de uitgang kan beginnen. Die uitgang wordt dan nog eens bewust op zekere afstand van de wolvenschuilplaats gehouden. Thematisch ook dik in orde, maar het had niet gehoeven.

Vliegen

Tijd is relatief. Dit spel, beste medespeler, is daarvan een verschijningsvorm. Drie uur gespeeld, maar ze vlogen wel. Dat zegt iets. Iets goeds. Iets waar u rekening mee moet houden als u na lezing van het voorgaande aan het denken bent: “Niks voor mij.”

Praten

Liefhebbers van coöperatieve spellen zouden toch ook hier eens moeten naar kijken vooraleer ze naar de gemakkelijkheidoplossing “Forbidden Island” grijpen. Dit is een spel met tonnen interactie, die nog intenser wordt beleefd omdat de vijand, Meneertje Opperwolf, meeluistert terwijl u aan het beraadslagen bent hoe u met hem de vloer denkt aan te vegen. Er is echt wel overleg nodig tussen de kampeerders willen ze het spel levend afsluiten. Zwijgen is doodgaan, zo simpel is het.

Onderdelen

Buiten de te kleine fiches valt er op het spelmateriaal weinig aan te merken. De zeshoekige bosdelen die tijdens het spel langzaamaan het speelveld opbouwen hadden iets groter gemogen, het formaat van De Kolonisten ware ideaal geweest, maar het kon allemaal nog erger. Ondanks de redelijke hoeveelheid van bosdelen kan dit op een gewone tafel. Als u er maar met z’n zevenen omheen kunt.

Slecht

Maak maar een vreugdesprongetje. U mag alle slechtheid die – vanzelfsprekend – in u huist volledig op uw medespelers loslaten. Als weerwolf uiteraard, golven van meedogenloze en bloeddorstige aanvallen op uw weerloze slachtoffers lancerend, maar ook als mens, als u de gijzelaars aan het einde van het spel om uw eigen vege lijf te redden gewoon in de steek laat. Dikke borsten of niet.

Tellen

Het up to date houden van de rondeteller zorgde bij ons voor nogal wat problemen. Wij gingen zo in het spel op dat we dat regelmatig over het hoofd zagen, waardoor de weerwolf van dienst wel erg lang moest wachten tot de nacht, en zijn daaraan verbonden extra mogelijkheden, inviel.

Besluit

Een semi-coöperatief spel dat heel wat te bieden heeft, maar door een onduidelijk en overdadig regelwerk waarschijnlijk niet veel tafels zal halen. Maar als je je daar doorheen wurmt en de FAQ (bijna even lang als het regelwerk zelf) eens goed doorneemt zal uw doorzettingsvermogen worden beloond.

Ik raad Gen-X Games dan ook aan met grote spoed een aangepast en overzichtelijk regelwerk te voorzien. Ik voorspel dat zij en u gaan daar geen spijt van gaan hebben.

Dominique

 

Dank u, Earl Tupper!

Heroscape Master Set: Battle For The Underdark (Hasbro / Wizards Of The Coast, 2010)  

Sommigen onder ons hunkeren in hun vrije tijd naar ondergrondse activiteiten die zich manifesteren onder de vorm van het verkennen van grotten en kerkers, het trappen in vallen en afgeslacht worden door monsters in uiteenlopende formaten met een stinkende adem. In het spel waarover we het nu hebben doen ze dat onder pseudoniemen als Tandros Kreel, Erevan Sunshadow, Darrak Ambershard en Ana Karithon, met als enig doel: Het Redden Van De Wereld.

In onze wereld wordt u na het in het openbaar uiten van één der bovengenoemde namen onmiddellijk opgesloten in een gesloten psychiatrische afdeling. In Valhalla echter, de natuurlijke biotoop van hun eigenaars, worden ze met ontzag uitgesproken.

Opgehangen aan Dungeons & Dragons – u weet wel, dat rollenspelgedoe waarin niemand door het bos de bomen nog ziet, de spelleiders incluis – krijgen we hier een wel erg leuke kerkerkruiper voor de kiezen. Leuk omdat het een feest is om naar te kijken – die voorbeschilderde figuren, die schoonheid en functionaliteit van de componenten! – en te manipuleren en nog véél leuker omdat er toch wat moet nagedacht worden vooraleer u, held van dienst zijnde, uw zetje doet. Het heeft echt geen zin breed zwaardzwaaiend als een gek de donkerte in te rennen. Tenzij u in bent voor een enkeltje kerkhof. Om ondergronds te slagen neemt u dan ook best een goeie geut tactiek mee in uw rugzak. En een setje dobbelstenen dat u een beetje gunstig gezind is.

Goedkoper én mooier én sfeervoller én actierijker én leuker én sneller dan de dungeoncrawlers die ik tot nu toe heb gespeeld. Alleen jammer dat je als je, zoals het een echte dungeoncrawler betaamt, een aantal kamers na elkaar wil spelen je wel wat moet afbreken en weer opbouwen. Al blijft dat afbreken en opbouwen wel een leuke tactiele bezigheid. Weliswaar nog altijd geen partij voor seks, maar toch.

Ook interessant: het bepalen van “the line of fire”. Nergens zo leuk en zoveel discussies uitlokkend als in Heroscape.

En bent u op het kerkerkruipen een beetje uitgekeken combineert u dit toch gewoon met uw andere Heroscape-onderdelen zeker? Want wat herspeelbaarheid betreft, neem dat gerust van mij aan, speelt Heroscape vlotjes mee in de hoofdklasse.

Heroscape, u moet het allemaal niet te serieus nemen en er gewoon van genieten. En laat u vooral niet afschrikken door de vermelding op de doos dat dit alleen maar met z’n tweeën kan. Heroscape wordt pas echt leuk als u het in teams doet. Dat geldt zeker voor deze versie.

Over dozen gesproken, ook hier het ondertussen legendarische Heroscape Minpunt: na het openen van de indrukwekkende en tot kopen aanzettende verpakking krijgt u uw gerief er nooit meer in. U moet dan noodgedwongen de afrit Tupperware en aanverwanten nemen. Voor de meeste mannen onder ons doemt dan het schrikbeeld op van een demonstratieavond met vrouwlief en vriendinnen, maar dat moet u erbij nemen. Als u uw snoezepoes van een extra microgolfovenbestendig plastic cadeau voorziet kunnen er misschien zelfs bruggen worden geslagen. Bruggen naar spelavonden bijvoorbeeld.

Genoeg gezeurd. Voelt u een zekere affiniteit met de personages van de lichtelijk fantastische sitcom “The Big Bang Theory”, Penny uitgezonderd, kunt u met dit spel weinig verkeerd doen. U ziet hen hieronder trouwens onweerstaanbaar aan de slag met een digitale variant:  

http://www.youtube.com/watch?v=FJoJn5M2Ov8

Battle For The Underdark heeft mijn hang naar partijtjes Heroscape weer een lekkere boost gegeven. U moet het ook eens proberen en u eens goed laten gaan. Stinkende adem of niet.

Dominique

  

 

Vrouwen en kinderen en ratten eerst!

Abandon Ship (Alderac Entertainment Group, 2010)

“Verlaat het schip!” Het is een bedenking die regelmatig bij me opkomt na mijn zoveelste nederlaag. “Laat al dat gedoe met die bord- en kaartspellen toch voor wat het is, zoek een andere hobby,” denk ik dan. En toch word ik er steeds waar naartoe getrokken, naar die onbevredigende vrijetijdsbesteding van me, als een mot naar een vlam. Om steeds weer opnieuw mijn vleugels te verbranden en smeulend en kreunend ten gronde te storten.

Ik ben écht goed gek.

Gelukkig kreeg ik onlangs de kans om de stap naar mijn definitieve afscheid van de spellenwereld mentaal al eens te zetten. Dat gebeurde, hoe kan het ook anders, middels een spel: Abandon Ship.

‘t Is te zeggen, ik speelde de Duitse versie: Verlasst Das Schiff!

Ik geef u gelijk, dat klinkt voor geen meter. Laten we het dus maar bij de Engelse versie houden.

In dit spel mogen wij de rol spelen van het dier waarmee de mens misschien wel de meeste overeenkomsten heeft: de rat. Dit spel moet onze soort dus liggen.

Wij bevinden ons op een Titanic-achtig gevaarte dat om een of andere reden is lekgeslagen. Zoals het goed opgevoede ratten betaamt bevinden wij ons benedendeks. Zodra we het wassende water gewaar worden is het echter alle héns aan dek. Met onze drie familieleden proberen we zo snel mogelijk het bovendek te bereiken, maar nu ook weer niet te snel, anders bestaat het gevaar dat de panikerende passagiers ons vertrappelen.

Onze familie bestaat uit drie ratten die, net zoals in het echte leven, genetisch toevallig aan elkaar werden gekoppeld. De verplaatsing naar het bovendek gebeurt door het dobbelen met 8 gekleurde, speciale dobbelstenen waarvan we er eentje kiezen en waarmee we een gelijkgekleurde rat gaan verplaatsen. Of een andere rat, als u een speciaal symbool gooit of de speciale witte dobbelsteen kiest. U mag dus met alle ratten, zeven zijn het er, aan de slag. Na het kiezen van de dobbelsteen en het verplaatsen van de rat, soms zelfs achteruit, gaat de gekozen dobbelsteen uit de voorraad en is de volgende speler aan de beurt. Tot er nog één dobbelsteen overblijft en we overgaan naar de zinkfase (wat een woord). Onderweg naar boven – u bent en blijft tenslotte een rat – peuzelt u op de grond gevallen kaasstukjes op. Die leveren extra punten op aan het einde van het spel. Bengelt één uwer ratjes te ver achteraan op het moment dat het schip weer een geut water binnenkrijgt vliegt het brave beest, samen met de bijbehorende dobbelsteen, rechtstreeks de (veel te grote) speldoos in. Alwaar het kan bekomen en zich kan afdrogen. Alleen leveren de werkwoorden bekomen en afdrogen geen punten op.

Dat zinken is een heel gedoe en ook niet erg praktisch, want u moet gaan schuiven met lange repen kartion. Dat is geen lachertje, zeker niet aan een doorsnee keukentafel. Kan ook moeilijk anders als u er een kartonnen replica van de Titanic op kwijt moet. Meer nog, we hebben hier te maken met een schip met niet minder dan 36 verdiepingen. En die kunnen in theorie allemaal onder water komen te staan. Niet voor onder de voortent op de camping hoor, dit.

De rat die als eerste het bovendek haalt wordt daarvoor niet beloond. Die wordt doodleuk vertrappeld door de op hol geslagen passagiers en levert dus ook geen punten op. De drie ratten die na de eerste arriveren krijgen respectievelijk 5, 3 en 2 punten, aangevuld door de waarden van de kaasfiches die de spelers onderweg hebben verzameld. Die kaasfiches laat u best niet liggen onderweg. De waarden gaan van 8 tot 2. U weet dus wat u te doen staat.

Moet dit? Neen, dit moet niet. Mag het? Het mag, maar nu ook weer niet te dikwijls.

Als u persé kopje onder wil gaan raad ik u trouwens Forbidden Island aan. Daar doet u het in stijl. En in een mooier decor. En breed glimlachend. En stukken goedkoper. En op een campingtafel.

Dominique

 

Co-opje onder

Matt Leacock, de nieuwe spelgoeroe die met Pandemic ervoor gezorgd heeft dat hij op regelmatige basis duizenden kwijlende volgelingen van nieuwe content moet voorzien, heeft een nieuw spelletje gemaakt: Forbidden Island. Al moet dat “nieuw” wel met een korreltje zout worden genomen. Laten we zeggen dat we hier te doen hebben met Pandemic light, met een ander thema weliswaar. Als u echter Pandemic kent zal dat het eerste woord zijn dat u te binnen schiet als u dit aan het spelen bent, mogelijk zelfs tijdens de eerste confrontatie met de spelregels.

Zoals gezegd: thematisch is het heel andere koek. U gaat als lid van een expeditie op een zinkend eiland op zoek naar vier artefacten die u, na intensief samenwerken en het maximaal benutten van uw persoonlijke eigenschappen probeert te bergen, ze vervolgens samenbrengt op het verzamelpunt alwaar de helikopter geparkeerd staat, om er daarna winnend mee weg te vliegen.

Na een 20-tal sessies met dit spelletje op een dikke 14 dagen – dat zegt iets – ga ik me hier even beperken tot hoe het zich verhoudt tot Pandemic.

Forbidden Island is eenvoudiger

U bent sneller aan het spelen en u wordt niet geplaagd door de kleine uitzonderingsregeltjes die u bij Pandemic tegenkomt. Het spelregelboekje hoeft, in tegenstelling tot dat van Pandemic, na de eerste lezing echt niet meer open.

Forbidden Island is sneller

U gaat meer sessies na elkaar kunnen spelen dan bij Pandemic. Buiten de eerste paar kennismakingssessies zijn wij nooit boven het half uurtje gezellig samen bezig zijn uitgekomen. Ik vind dat niet erg, al bestaat hierdoor wel het risico dat dit spel met het oneerbiedige etiket van tussendoortje zal worden opgezadeld. Ik vind tussendoortjes lekker, maar ik ken er in onze hobbyclub die daar hun hautaine neus voor ophalen. Laat hen maar doen. Ze dwalen. Alweer.

Forbidden Island spreekt de waarheid

Op de doos staat 30 minuten speeltijd. Daar is niks van gelogen. Het is eens wat anders. Dat niet liegen bedoel ik.

Forbidden Island is mooier

Buiten van de natuur is schoonheid ook een list van speluitgevers. Ze lokken u met een mooie doos dito inhoud en krijgt vervolgens een onnozel spel voorgeschoteld. U mag u bij Forbidden Island echter gerust laten gaan en de doos vol vertrouwen van het winkelrek graaien. U krijgt immers schoonheid mét inhoud, en is dat uiteindelijk niet de graal waarnaar wij allen op zoek zijn? Zowel de blikken doos als de inhoud en de leuke dingen die u met die inhoud kunt doen laten geen ruimte open voor gezeur. Of toch een klein beetje: de mens-erger-je-niet poppetjes heb ik in mijn exemplaar ondertussen vervangen door toepasselijker miniatuurtjes. Dat leeft makkelijker in.

Forbidden Island is variabeler

In Pandemic is het spelbord vast, in Forbidden Island wisselt het decor bij elk spel aangezien het willekeurig met tegels wordt opgebouwd. Dat is leuk. Dát, gecombineerd met het schudden der kaarten vooraf, zorgt voor een hoge graad van herspeelbaarheid.

Forbidden Ismand is vergevingsgezinder

Ik heb het gevoel dat we in Forbidden Island meer vingers krijgen toebedeeld om in de lekkende gaten te stoppen dan in Pandemic. De kans op slagen is op het eerste gezicht groter, al kunnen we ook gewoon wat meer geluk hebben gehad tijdens onze sessies. Soit, als u het allemaal te gemakkelijk vindt kunt u nog altijd de moeilijkheidsgraad aanpassen. Dan, dat garandeer ik u, gaat u wél roepen om uw moesje.

Forbidden Island is kindvriendelijker

Forbidden Island is ideaal om kinderen, zoals ik zelf heb mogen ondervinden, met succes te laten kennismaken met het coöperatieve spel. Dat is meegenomen in deze meedogenloze, geïndividualiseerde en huichelachtige samenleving waarin wij leven (hoezeer u ook van achter uw speeltafel en tegen beter weten in het tegendeel blijft beweren).

Forbidden Island is mobieler

Forbidden Island is kleiner, steviger verpakt en dus makkelijker mee te nemen. Met de spelonderdelen op zich kunt u, als u persé de doos wil thuislaten, echt een héél klein pakje maken. Handig.

Uiteraard zijn er ook overeenkomsten. De analogie met het spelsysteem van Pandemic waarover eerder sprake bijvoorbeeld. Maar ook het feit dat de grootste roeper aan tafel het spelgebeuren kan bepalen en er dus het meeste plezier eraan beleeft als u niet oppast. Maar dat laatste is eigen aan elk spel binnen de coöperatieve subgroep, daar gaan we dus niet teveel rekening mee houden. Forbidden Island is, net als Pandemic, ook uitbreidingsgevoelig. Dat is niet erg, want dat is iets om naar uit te kijken.

Hebt u Pandemic is dit geen must, hebt u Pandemic niet dan weer wél. Hebt u Pandemic én kinderen zou ik het ook binnenhalen. Hebt u kinderen en geen Pandemic móet u het binnenhalen. Bent u heel verlegen en wordt u door vlotte praters altijd in een hoekje gedrumd, laat dit dan op de schappen staan. Ga dan voor een assertiviteitscursus.

De aarde is een zinkend schip. Grote Lichten Die Het Kunnen Weten beweren dat we alleen door intensief samenwerken het tij nog kunnen keren.

Met Forbidden Island kunnen we alvast een beetje oefenen.

Dominique

 

Forbidden Island (Gamewright / Cocktail Games / Schmidt Spiele, 2010)

Matt Leacock

2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar

30 minuten

 

 

Vaart wel en zie vooral niet om

Hagoth: Builder Of Ships (Mayday Games, 2010) 

Hagoth is een Nephitische scheepsbouwer, genoemd in het boek van Mormon (Alma 63:5-7).

De rest zoekt u zelf maar op.

Wat ons naadloos brengt bij het doel van dit spel: het bouwen van schepen, liefst zo groot mogelijk, deze zo snel mogelijk laten uitvaren en zowel voor het bouwen als voor het bereiken van hun bestemming als eerste 25 punten verdienen.

Het klinkt simpel en eigenlijk is het dat ook.

De kleine doos bevat 100 kaarten, 8 houten scheepjes, 4 telstenen, 50 geminiaturiseerde houtblokken, een vierzijdige dobbelsteen, een kort en overzichtelijk spelregelboekje, een klein spelbord en een zakje kaartsleeves (zie later). Meer heeft een mens niet nodig om gelukkig te zijn.

Het kaartendeck bestaat uit een melange van 8 soorten kaarten: blauwdrukkaarten waarmee we in totaal 5 verschillende schepen kunnen samenstellen, houthakkaarten die u toelaten de nobele kunst van het houtkappen te beoefenen, bouwkaarten die u toelaten uw blauwdrukken in de praktijk om te zetten door van uw gekapt hout schepen te maken, zeilkaarten die u toelaten de oversteek te maken zodat u extra punten kunt binnenhalen, “sla uw beurtje maar eens over-kaarten” die u toelaten de beurt van één uwer tegenstanders even uit te stellen, verwijderkaarten die u toelaten een nog niet werkbare blauwdruk van een speler te verwijderen, vertragingskaarten die u toelaten een zeilend schip van één uwer tegenstanders onderweg even op te houden en tenslotte vernietigingskaarten – geen paniek: slechts 2 in de hele stapel – die u de mogelijkheid geven een van hout voorziene blauwdruk van dat hout te ontdoen.

Alle 100 kaarten worden geschud en er worden er 5 uitgedeeld aan elke speler. Eén trekstapel en verder geen gedoe, dat is pas leuk.

Tijdens uw erg korte beurt hebt u twee mogelijkheden: of u speelt twee kaarten en voert de bijbehorende actie(s) uit of u speelt er geen en kiest uit drie mogelijke acties er eentje.

De uitgespeelde actiekaarten zijn de eenvoud zelve. U kunt alvast blauwdrukken uitspelen met als doel deze later met hout tot leven te brengen, u kunt het bos in om hout te kappen, u kunt een uitgespeelde blauwdruk van hout voorzien (bouwen), u kunt zeilen als u over een afgewerkt schip/afgewerkte schepen beschikt, u kunt een tegenstander “aanvallen” met een vertragingskaart, een “sla uw beurtje maar eens lekker over-kaart” of een vernietigingskaart of men kan, indien gewenst, 1 kaart uitspelen en een andere ongebruikt afleggen. Nadat u 2 kaarten hebt uitgespeeld neemt beroert u de trekstapel om er weer 2 op hand te nemen.

Indien u geen kaarten uitspeelt mag één van de volgende acties kiezen: houthakken, bouwen (met hout uit je persoonlijke voorraad) of zeilen.

Voila.

Als u een schip hebt voltooid levert het, naargelang de grootte, 1 tot 5 punten op. Als u uiteindelijk een haven in het land Nortward bereikt krijgt u nog eens extra punten, van 1 tot 6. Een voorbeeld. Als u erin slaagt het grootst mogelijke te bouwen schip (9 blauwdrukken) af te werken en de doelhaven te laten bereiken levert dat u 11 punten op. Als u weet dat u met 25 punten met uw medespelers de vloer aanveegt lijkt dit erg interessant, maar u moet wel weten dat u kostbare tijd, door het verzamelen van blauwdrukken en hout, moet investeren in het bouwen van dit gevaarte. En de logheid ervan, gecombineerd met een grotere zeilafstand, zorgt ervoor dat u langer onderweg bent. Prevelend onderweg. En dit spel gaat uiteindelijk om snelheid, om ter eerste aan die 25 punten zien te geraken. Zoals zoveel in het leven zal de juiste aanpak voor de overwinning waarschijnlijk ergens in het midden liggen.

U moet ook rekening houden dat u maar aan 2 blauwdrukken tegelijk kunt werken en dat u slechts 2 schepen tegelijk op het water kunt laten dobberen.

Houthakken gebeurt niet met een bijl, maar wel met behulp van een vierzijdige dobbelsteen. U gooit en het gegooide resultaat slepen uw werklieden uit het bos. Ook tijdens de bouwactie (toewijzen van hout aan blauwdrukken) wordt deze dobbelsteen soms gebruikt, afhankelijk van de soort bouwkaart die u uitspeelt.

Samengevat: u bouwt houten schepen aan de hand van blauwdrukken, stuurt ze vervolgens op weg naar verre streken en scoort punten voor het voltooien van en het aankomen van die schepen in de doelhaven.

De spelregels laten aan duidelijkheid niets te wensen over, het spel is heel snel uitgelegd en het speelt ook met de snelheid van een F1-bolide. En, beste Watson, het is erg leuk.

Minder leuk, maar in de verste verte niet opwegend tegen het positieve, zijn het spelbord en de kaarten. Het spelbordje bevat in het midden een irritante vouwbobbel die het zeilen op scheepsroute 3 enigszins bemoeilijkt. De kaarten zijn allesbehalve afwasbaar en voelen eerder kartonachtig aan. U hebt het gevoel dat u ze beschadigt door ze alleen maar aan te kijken. Sleeven is dus de boodschap. Men had dat duidelijk al snel door bij Mayday Games want er wordt standaard een setje sleeves meegeleverd in de doos. Maar verder? Niks dan goeds.

Opvallend: de bloedmooie vrouwen waarmee ik dit speelde wilden gelijk nog een keertje. Dat is hoopgevend voor de spelverslaafde mannen met partner onder ons. Qua partnervriendelijkheid komt u dus zeker aan uw trekken. Of u na haar kennismaking met dit spelletje seksueel nog aan uw trekken gaat komen is een andere zaak.

Net als ik schijnen Mormonen heel goed weg te weten met dit spelletje. Of het raadzaam is het onderstaande stelletje met de blauwdrukken van Hagoth aan de slag te laten gaan durf ik echter zwaar te betwijfelen.

http://www.youtube.com/watch?v=XSOknsF6pkE&feature=re

Dominique

 

China in your hand!

Sun Tzu (Matagot, 2010)

U mag God De Vader, of wie of wat u ook aanbidt, op uw blote knieën bedanken.

Ik zal u uitleggen waarom.

Ik las op Boardgamenews dat Matagot “Dynasties” van Alan M. Newman (Jolly Roger Games, 2005), een erg leuk spel voor twee, gaat heruitbrengen.

Ik ben goed geplaatst om u daar wat meer info over te geven. Ik heb Dynasties immers al vijf jaar in mijn spellenkast staan en heb het al tientallen keren gespeeld. Het is trouwens één van de weinige spellen die ik in het merendeel van de gevallen weet te winnen. U begrijpt dat deze mijn collectie nooit zal verlaten.

In Dynasties is de inzet China, zo simpel is het. In het jaar des Heren 506. Dat doet u door in de rol van Sun Tzu of Koning Shao kruipen en te vechten om de vijf hoofdprovincies. Omwille van de herspeelbaarheid hoeft u gelukkig niet met echte zwaarden en andere steekwapens aan de slag. U moet wel kaarten uitspelen en houten blokjes op een klein spelbord heen en weer schuiven.

Het spel zelf is poepsimpel maar zit vol subtiliteiten. Dat maakt het ook zo goed. Elke speler beschikt over net dezelfde kaartendeck, met 10 kaarten in waardes van 1 tot 10, 3 kaarten -1, 3 kaarten +1, 2 pestkaarten (lees: “dé pest”) en – als u een gevorderde Chinees bent – 4 speciale actiekaarten waarvan u er bij spelaanvang 1 moet kiezen voor eenmalig gebruik later in het spel en een +2 en een +3 kaart. Daarbovenop krijgt u de beschikking over 21 zwarte of witte blokjes. Elke provincie op het bij aanvang nog maagdelijke spelbord wordt willekeurig voorzien van één van de 9 El Grande-achtige scoretegels. Er blijven er 4 over, die gaan uit het spel. Deze geven aan hoeveel punten de provincie na elke Dynastie (na ronde 3, 6 en 9) waard is. Dat zijn de enige momenten waarop de machtsverhoudingen in een objectieve score worden vastgelegd.  

Daar moet u het mee doen.

Maar wees gerust, u zult uw Chinese handjes meer dan vol hebben.

Tijdens een beurt (simultaan) speelt u aan uw zijde van het spelbord aan elke provincie die daar mooi staat aangegeven een gedekte getal- of pestkaart. In de eerste ronde beschikt u enkel over de startkaarten met waarde 1 tot 6. Als elke speler dat gedaan heeft worden ze één voor één onthuld en worden de machtsverhoudingen in de provincies geëvalueerd. Vanaf ronde twee bepaalt de speler met de minste legers (blokjes) op het bord in welke volgorde de provincies worden afgewerkt.

Het bepalen van de machtsverhoudingen is simpel. De getalkaarten van elke speler aan elke provincie worden vergeleken en op basis van het verschil worden in de betreffende provincie legers (blokjes) geplaatst en/of weggenomen, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat in een provincie alleen legers van één speler kunnen staan. Een +1, +2 of +3-kaart laat u altijd toe 1, 2 of 3 legers te plaatsen, ongeacht de kaart die uw tegenstander heeft uitgespeeld, tenzij die net dezelfde +-kaart heeft uitgespeeld (dan gebeurt er niets). Een -1 kaart doet hetzelfde, maar dan omgekeerd (maximaal 1 leger weg). Een pestkaart reduceert het aantal blokjes in een provincie met de helft, naar beneden afgerond.

Na ronde 3, 6 en 9 wordt er geteld. De waarde van elke provincie wordt in punten toegekend aan de speler die daar legers heeft en het verschil wordt door een machtsteen aangeduid op het macht(score)spoor. Slaagt een speler tijdens het spel erin de scoresteen volledig naar zijn zijde van het spelbord te krijgen wint hij onmiddellijk. Indien dat niet lukt wordt na de negende ronde gekeken naar welke speler de machtsteen het verst is opgerukt. Die wint dan. Bij een gelijke stand wint de speler die het meeste legers in zijn reserve heeft.

Zoals eerder neergeschreven zit het spel, ondanks de schijnbaar eenvoudige opzet, vol subtiliteiten. Enkele voorbeelden. U mag u de kaarten 7, 8, 9, 10, +1, +2, +3, -1 en de pestkaart slechts één keer tijdens het spel gebruiken. De kaarten van 1 tot 6 kunt u recupereren (daarom erg handig in het geel weergegeven), maar u moet er wel rekening mee houden dat elke keer u een 6-kaart uitspeelt uw leger met 1 eenheid wordt verminderd. Uw bezettingsmacht bestaat maar uit 21 eenheden voor 5 provincies (in de expertversie slechts 18), dus wees voorzichtig. Op het einde van elke ronde mag u 2 kaarten van uw trekstapel nemen en er 1 uit kiezen. De andere gaat onderaan de trekstapel. Als u tijdens een beurt echter een gewone 1 hebt gespeeld mag u 3 kaarten van uw trekstapel nemen en er 2 uit kiezen. Dat laat u toe snel door uw trekstapel heen te rennen en meer mogelijkheden te genereren maar u loopt dan wel het risico dat u naar het speleinde toe dan weer in de problemen komt. Onderschat ook de kracht van de plus- en minkaarten niet. Echt krachtig lijken ze op het eerste gezicht niet, maar op het juiste moment, net voor een belangrijke scoreronde bijvoorbeeld, kunnen ze het verschil maken. De pestkaart is aangewezen als u een machtsovername in een gebied met een groot bezettingsleger plant. Of wat dacht u van het verplicht verplaatsen van legers op het bord als u er bij mag plaatsen maar er geen meer in voorraad hebt? Of wat te denken van het feit dat u de volgorde van de schermutselingen bepaalt als u het minste legers op het bord hebt? Niet onderschatten hoor, dat voordeel. En dan de niet scorende rondes. In ronde 1, 2, 4, 5, 7 en 8 zijn er geen punten te verdienen. U weet wel perfect waar en hoeveel punten er in ronde 3, 6 en 9 te halen zijn. U moet daar dus naartoe werken. Ik hoef u niet voor te tekenen wat dat allemaal teweegbrengt bij een Chinees opperbevelhebber. Het zweet, beste medespeler, staat in uw handen.

De speciale Sun Tzu en Koning Shao actiekaarten dan. De heerschappen hebben er elk 4 maar u mag er bij spelaanvang slechts eentje kiezen die u tijdens het spel één keer mag gebruiken. Wat dacht u bijvoorbeeld van de kaart die Sun Tzu toelaat een leger te verplaatsen naar een aangrenzende provincie tijdens één van de eerste zes beurten? Of Koning Shao, die tijdens de eerste zes beurten een leger naar keuze van het spelbord mag verwijderen? Die hebben maar een kleine impact, zegt u? Sta me even toe hierop kort te reageren: Hahahahahahahahahaha!

Aan de originele versie was, buiten de te grote scoresteen, qua functionaliteit en spelplezier niets aan te merken. Het zou mij verbazen, Matagot kennende, dat het bij hun editie anders zou zijn. Ik hoop ook dat er niet aan de regels wordt gemorreld, al moet je altijd oppassen met die Fransen. On sait jamais.

Hebt u 2 de Mayo in uw bezit is het stilaan tijd om er afscheid van te nemen. Als u zich Sun Tzu aanschaft tenminste.

Eenvoud, elegantie, subtiliteit, bluf, psychologische oorlogvoering en kei- en keihard.  En dat allemaal in een – ook bij Matagot, mag ik veronderstellen –  kleine verpakking. Hebt u een wenslijst, zet deze dan maar bovenaan. Hebt u er geen is het moment aangebroken om er eentje te maken.

Als toemaatje, beste medespeler, nog deze totaal overbodige en erg foute videoclip:

http://www.youtube.com/watch?v=PSh6SQd8UrI

Dominique

 

Des winters als het regent..

Jäger Und Sammler (Amigo, 2010)

Jäger Und Sammler, beste medespeler, is een bewerking van Zombiegeddon. Een Kniziaatje.

Lang geleden, toen bordspelers nog spraken en niet op fora actief waren, gingen al mijn leisure-voelsprieten bij het horen van het woord Knizia als in een kniepeesreflex overeind staan. Aan elke nieuweling schonk ik dan ook intensief aandacht, als was ik zelf net bevallen van een wolk en een schoonheid van een baby (voor mensen die vertrouwd zijn met mijn fysiek voorkomen uiteraard de evidentie zelve). Maar die tijden zijn, zoals u uit het voorgaande waarschijnlijk al hebt opgemaakt, lang voorbij. Idolatrie maakt een mens dom, heeft een wijze ooit gezegd. Gelukkig was ik er net op tijd bij om hier rekening mee te houden.

Want Jäger Und Sammler is er eentje die u gerust mag mijden, Reiner Knizia op de doos of niet. U doet uiteraard wat u wilt maar naar kom achteraf niet zeuren.

In Jäger Und Sammler gaan we in de oertijd op zoek naar eten en – inderdaad, daar werden reeds de kiemen van onze nakende ondergang gezaaid – voorwerpen die onze status verhogen en ons onderscheiden van anderen. Om te eten moeten we plukken en jagen. Om te jagen hebben we wapens nodig, zoals pijl en boog. De statusverhogende voorwerpen (kralen en dergelijke) rapen we gek genoeg tijdens onze wandelingen gewoon van de grond op.

Om al deze hebbedingetjes te bekomen bewegen we ons met onze vier oermensen over het met fiches volgezaaide spelbord. Wat dat zaaien betreft doet het spel aan Afrika denken, van dezelfde auteur maar dan veel leuker. We bewegen één figuur twee velden ver of we bewegen er twee één veld. De fiche die we verlaten plaatsen we in onze persoonlijke voorraad. Net zoals in het spelletje Pinguïn, alleen is dat spelletje veel leuker. Om mammoeten van het bord te nemen moeten we ze eerst opjagen. Gek genoeg gaan bij een succesvolle jacht onze wapens volledig verloren. Net als in het spel Altamira, al is Altamira veel leuker.

En we moeten nog twee seizoenen spelen ook: zomer en winter. In de zomer verzamelen we en prepareren we tegelijkertijd onze winterkampen, in de winter doen we identiek hetzelfde (al is er wat meer aandacht voor de mammoetjacht) en prepareren we ons zomerkamp. Dat doen we door één van onze vier “voorraadkisten” op de voorgedrukte kampplaatsen op het bord te plaatsen. Als u daar tijdens de zomer niet in slaagt zit u met een groot probleem want u mag de winter slechts aanvangen met evenveel oermensen als u vooraadkisten hebt geplaatst. Dan kan betekenen dat u tijdens de winter enkel nog voor spek en bonen meespeelt, terwijl om u heen uw medespelers vrolijk de ene mammoet na de andere neerleggen.

Het blokkeren van tegenstanders – een speltechnisch gegeven waar ik in dit spel absoluut niet mee overweg kan – is erg belangrijk. Soms bent u meer bezig met wat u anderen niet wilt gunnen dan wat u zelf wél wilt. Rekening houdend met de nefaste gevolgen dat dit kan hebben voor het wintergedeelte van het spel raad ik u aan dit gegeven met grote omzichtigheid te benaderen.

Op het einde van het spel scoort u punten voor de verzamelde mammoet- en plantenfiches en de “luxegoederen” die u hebt bijeengeraapt. De mammoet- en plantenfiches leveren gewoon de afgebeelde punten op, de luxegoederen worden op typisch Kniziaanse wijze gescoord op basis van hun aantal. Wapens leveren op het eind geen punten meer op, in de aanslag of niet.

Erg verontrustend is dat dit spel zich voornamelijk in absolute stilte afspeelt. Ik heb nog nooit mijn keukenklok zo hard horen tikken als tijdens Jäger Unf Sammler. Tot op het onheilspellende af. Dat verhoogt de kansen van dit spel voor een sessie op mijn jaarlijkse Halloween-spelavond, maar ik vrees dat de resterende 364 dagen van het jaar het jachtseizoen gesloten zal zijn. Ik wil u ook waarschuwen voor erg lange wachttijden als u met beurtanalisten aan tafel zit. Dat, gecombineerd met een onheilspellend tikkende keukenklok, kán bij bepaalde spelers de trigger zijn om later op de avond wild om zich heen schietend een hamburgertent binnen te lopen.

Wilt u persé iets met Jäger Und Sammler in de titel, schaf u dan de Carcassonnevariant aan. Veel leuker.

Om in winter- en zomertermen te blijven: ik werd er niet koud of warm van.

Dominique

 

Say No More!

Glen More (Ravensburger/Alea, 2010)

Of Schotten nu al dan niet iets dragen onder die rok, daar kan ik u geen antwoord op geven. Vrouwelijke Schotten dragen waarschijnlijk wel iets. Omwille van het grotere risico op een blaasontsteking namelijk. Aangezien mannelijke Schotten over een langere urineleider beschikken, die de weg die de bacteriën naar de blaas moeten afleggen verlengt en dus bemoeilijkt, ga ik van de veronderstelling uit dat zij gerust zondergoed onder die rok kunnen rondlopen. En bij Schotse exhibitionisten kunnen we daar 100% zeker van zijn. Behalve in de winter.

Blijft u echter met de kiltvraag worstelen vindt u hieronder mogelijk een antwoord:

http://www.youtube.com/watch?v=nJB1u1ZFzrk&feature=related

Deze nietszeggende inleiding, beste medespeler, was de aanloop naar de bespreking van vandaag: Glen More.

En ik kan u nu al zeggen: More Van Dat!

In Glen More mogen we – ik wil echter niet veralgemenen – eindelijk nog eens een rokje aan om ons vervolgens te verplaatsen naar de Schotse Hooglanden in de zeventiende eeuw. Daar kruipen we in de rol van een clanaanvoerder die zijn aanhangers, maar toch vooral zichzelf, macht, voorspoed en welvaart wil schenken. Dat wordt gedaan door aan gebieds- en gezinsuitbreiding te doen, grondstoffen te verzamelen en om te zetten en whisky te stoken.

Tijdens uw relatief korte beurt mag u door uw pionnetje te verplaatsen een tegel uit de centrale uitlage nemen, deze volgens de geldende legregels aanleggen, de directe extra’s die deze tegel eventueel genereert verzamelen (rechts onderaan op de tegel aangegeven) en vervolgens de aangrenzende tegels (ook diagonaal) activeren, waardoor nog wat extra goodies uw richting uitkomen. Het lekkers bestaat uit grondstoffen (hout, steen, graan , runderen en schapen) die u vervolgens op de geactiveerde tegel(s) legt. Soms slaagt u er ook in om whisky te stoken en die te verkopen aan de plaatselijke taverne of u slacht wat vee en ruilt wat goederen in op de plaatselijke jaarmarkt  (in gewone spelerstaal: u haalt wat overwinningspunten binnen). En er duiken ook geregeld extra clanleden op, al dan niet gekoppeld aan bewegingspunten, die de mogelijkheden van uw legbatterijen aanzienlijk kunnen uitbreiden.

De legregels zijn simpel: uw nieuw aangelegde tegel moet grenzen aan een tegel waar een clanlid opstaat (niet diagonaal), wegen moeten (horizontaal) aansluiten, uw rivier – let op het enkelwoord – moet (vertikaal) vloeien en tegels zonder weg of rivier moeten ook aangelegd worden aan tegels zonder weg of rivier. Tijdens het activeren mag u van de zonet aangelegde tegel + alle aangrenzende tegels, ook diagonaal, de aanknop omzetten en innen wat centraal onderaan op die tegels staat aangegeven.

Tijdens uw beurt kunt u ook grondstoffen kopen en verkopen aan de hand van een in zijn eenvoud briljante en erg handige handelstabel. Grondstoffen kopen kunt u enkel indien u ze op dat moment voor iets nodig hebt, het kopen van een tegel bijvoorbeeld.

De tegel die u kiest, al dan niet na het betalen van enkele grondstoffen, ligt op het centrale spelbord op een zogenaamd tegelspoor dat regelmatig wordt aangevuld. U mag kiezen wat u wilt maar u moet er wel rekening mee houden dat u pas weer aan de beurt bent als uw pionnetje op dat tegelspoor weer laatste staat. Thebes, weet u wel. Dat wordt vingerdraaien als u persé die lekkere tegel aan het einde van dat spoor wilt. Als u echter nog steeds achteraan bengelt na uw tegelkeuze mag u aan de gang blijven en komt u echt niet aan vingerdraaien toe. Ik raad u wel aan daar heel goed mee op te passen (zie later).

Onderweg naar de overwinning kunt u, mits slim spelen, bijzondere gebiedstegels “binnendoen” die u tijdens het spel, al dan niet eenmalig en eventueel tijdens de eindwaardering, extra voordelen opleveren. Het Meer Van Loch Ness bijvoorbeeld, dat u toelaat één keer tijdens uw beurt een tegel naar keuze te activeren (die dus niet moet grenzen aan de net gelegde). Of Donan Castle, waarmee u onmiddellijk twee whiskyvaten aan uw persoonlijke voorraad toevoegt. Of Iona Abbey, die de eigenaar op het einde van het spel twee overwinningspunten schenkt per geel productieveld in zijn gebied.

Tijdens het spel zijn er drie waarderingen en een eindwaardering. Wat gewaardeerd wordt zijn uw whiskyproductie, uw clanleiders die u tijdens het spel hebt aangesteld en de bijzondere gebieden waarover u beschikt. De eindwaardering tenslotte houdt nog rekening met uw bijzondere eindbonusgebieden, het geld dat u nog in uw Schotse sok hebt zitten en de grootte van uw opgebouwde gebied (tegels). Leuk aan de waarderingen is dat de punten voor die verschillende elementen worden toegekend op basis van het verschil dat u hebt met de speler die er het minste van heeft. Hebt u bijvoorbeeld drie whiskyvaten en één van uw tegenstanders slechts nul scoort u drie punten. Interessant en uiteraard van groot belang voor hoe u dit spel aan gaat pakken.

Muggenziften nu. De fiches zijn nogal aan de kleine kant. Dat helpt uiteraard bij het creëren van een groot gebied, maar ik had ze graag een ietsepietsie groter gezien. De ouderdom waarschijnlijk. Het centrale speelbord is functioneel maar is in een zodanige kleurschakering gehuld dat men er niet bepaald vrolijk van wordt. Men heeft daarop mogelijk de deprimerende invloed die het mistige Schotse Hoogland op een mens kan uitoefenen willen evoceren en men is daar wonderwel in geslaagd. Aan de andere kant contrasteert dat donkere bord dan weer mooi met de kleurenpracht van de tegels die erop komen te liggen.

De spelregels had ik ook graag in een iets groter formaat gezien. De voorbeeldafbeeldingen van de tegels zijn minuscuul klein (blader gerust eens naar blz. 6) en moeten met een vergrootglas worden bestudeerd. U kunt natuurlijk de tegels er gewoon bij nemen maar dat is zo’n gedoe in bed. Inhoudelijk valt er, naar goede Aleagewoonte, op de spelregels niets aan te merken.

Waar ik ook niets op aan te merken heb is het spelplezier. U en uw spellenvrienden gaan hier tonnen plezier aan beleven. Het feit dat de punten die u scoort worden bepaald door die van u te vergelijken met de speler die vlak voor de bezemwagen hangt is een mooie vondst en verplicht u goed in de gaten te houden wat die andere rokkendragers aan tafel aan het doen zijn. Ik moet u ook waarschuwen voor de verleiding niet te ver vooruit te lopen op het tegelspoor. U doet dat met in het achterhoofd de briljante gedachte dat u daardoor meer en sneller aan de beurt komt, daardoor meer tegels kunt bekomen en dus meer bijeen kunt graaien tijdens het spel. Ik garandeer u dat de uivoering van deze briljante gedachte u in dit spel erg zuur gaat opbreken. U moet bij de eindwaardering immers per tegel die u meer hebt dan de speler met het kleinste gebied drie overwinningspunten afgeven.

Van 45 tot 70 minuten staat er op de doos. Dat wordt gehaald, maar daar moet u eerst toch een beetje voor oefenen. Maar ach, gezien het spelplezier dat hier wordt geleverd is dat oefenen lekker meegenomen.

Heel belangrijk: ook erg leuk met z’n tweeën, mede door de speciale dobbelsteen die bij twee en drie spelers zijn opwachting maakt en die “als hij aan de beurt is” één van de eerste drie tegels uit het tegelspoor voorgoed in de Schotse nevelen doet verdwijnen.

Glen More, beste medespeler, mag zich de pretentie toeëigenen het middenvingertje op te steken naar – ik noem maar wat – Die Speicherstadt, ondertussen luid en terecht schreeuwend: “Só Mok Wi Dat!” Inderdaad, met de nadruk op so.

Dominique