Naar aanleiding van de reactie van Peter Hein – bekijk zeker de countdown van de spellen top 100 van de Lage Landen op zijn weblog http://spellengek.blogspot.com/ – op mijn mijmeringen over Glory to Rome toch maar even een extra bijdrage.
Ik zou hier een heel epistel kunnen schrijven over de regels van het spel maar dat zou ons een beetje te ver leiden. En ik blijf liever hier. Daarom een korte samenvatting van het doel en de belangrijkste spelelementen.
Nero heeft Rome in de fik gestoken en wij zullen, na de nodige bluswerken weliswaar, dat stadje eens snel gaan heropbouwen. Aangezien we ons niet naar het verleden kunnen katapulteren doen we de heropbouw maar alsof. Door middel van een kaartspel.
We beschikken allemaal over een kamp met logeerruimte voor onze werklieden, een opslagplaats voor onze bouwmaterialen, een schatkamer (voor de opbrengst van verkochte materialen = eveneens overwinningspunten) en een pronkzaal voor onze invloedpunten (overwinningspunten die we hebben vergaard door het voltooien van gebouwen). Verder ligt Rome uiteraard bezaaid met de nodige vrijgekomen en nogal zwart uitziende bouwplaatsen die we kunnen claimen. We beschikken over een enorme trekstapel vol met gebouwen, materiaal en werklui (karakters). Elke kaart kan voor één van die drie elementen worden gebruikt. Er zijn ook nog zes jokerkaarten die als eender welk karakter kunnen worden gebruikt.
Bij de aanvang van het spel wordt per speler een kaart opengelegd in het midden van de plakkende tafel: de – ik hou me even aan de leuke Engelse term – pool! Bij de aanvang van het spel krijgen we vier kaarten van de trekstapel en één jokerkaart. Daar kunnen we voorlopig al mee voort. Zijn we aan de beurt kunnen we twee dingen doen: een kaart uit de hand als karakter spelen (of een jokerkaart voor een karakter naar keuze) of, u raadt het nooit: “denken”.
De karakters laten ons toe specifieke acties te ondernemen. De arbeider haalt materiaal uit de pool en brengt ze naar onze opslagplaats. De ploegbaas werft personeel aan uit de pool (de zes rollen die we nu aan het bespreken zijn) en brengt ze onder in onze, bij aanvang relatief kleine, logeerkamer. De architect laat ons toe een gebouw uit onze hand te bouwen of een gebouw dat reeds in aanbouw is verder (af) te bouwen met materiaal uit onze opslagplaats. De stielman doet hetzelfde als de architect maar hij laat ons toe materiaal uit onze hand te gebruiken bij reeds in aanbouw zijnde gebouwen (hij werkt dus sneller dan de architect, die eerst materiaal in de opslagplaats moet zien te krijgen). De legionair (een hele leuke) eist materiaal op uit de pool en uit de handen van onze tegenstanders waarmee we onze opslagplaats vullen en de handelaar tenslotte verkoopt overschotjes uit onze opslagplaats en dropt de opbrengst daarvan in onze schatkamer.
We beginnen met een invloed van twee. Daarmee kunnen we maximaal twee personeelsleden aanwerven en twee kaarten uit de opslagplaats in onze schatkamer onderbrengen. Het is dus zaak om zo snel mogelijk onze invloed te verhogen om ons personeelsbestand en de beschikbare ruimte in onze schatkamer te verhogen. Want vooral invloed en de inhoud van onze schatkamer gaan ons punten opleveren. We verhogen onze invloed door gebouwen te, euh, bouwen. Elk gebouw levert bij afwerking invloedpunten en evenveel overwinningspunten op (één tot drie). En elk gebouw heeft een eigenschap die je in het verdere verloop van het spel of enkel bij voltooiing ervan aanzienlijke voordelen oplevert, die dikwijls nog interessanter worden als je ze combineert met andere gebouwen. Er zijn er 40 verschillende, teveel om hier allemaal te bespreken. Maar het ontdekken ervan is één wonderbaarlijke ontdekkingstocht, om over de combo’s nog niet te spreken.
De tweede keuze die je hebt is “denken”. Ik persoonlijk ben zeer blij dat ik dat nu eindelijk eens mag doen in een spel, dus ik maak er in GTR regelmatig gebruik van. Als je denkt vul je je hand gewoon aan tot vijf (basis handlimiet) of – als je al vijf kaarten op hand hebt – trek je er eentje bij van de trekstapel of je neemt een openliggende jokerkaart (als er eentje beschikbaar is). In de praktijk gaat een beurtje zo: de actieve speler speelt een karakter, bv. de handelaar, de volgende speler “denkt” en vult zijn handkaarten aan, de volgende speler volgt en speelt ook een handelaarskaart. Daarna vervult de actieve speler zijn handelaarsrol, eventueel aangevuld met acties van handelaarskaarten die hij op dat moment als personeel in dienst heeft. De spel die “gedacht” heeft kan vervolgens ook handelaarsacties doen indien hij ook nog handelaars bij zijn personeel heeft en de derde speler kan op zijn beurt zijn uitgespeelde handelaarskaart benutten, samen met de handelaarskaarten in zijn personeelbestand. Heb je personeel van het karakter dat door de actieve speler werd gekozen in je kamp, mag je dus voor elk personeelslid van die soort de actie uitvoeren, ongeacht of je de actieve speler door het uitleggen van een kaart volgt of niet.
Bouwen is de boodschap want daarmee vergroot je je invloed en daardoor ook de mogelijkheid tot meer acties en het bekomen van meer overwinningspunten
Op een bepaald moment dient zich – jawel! – een speleinde aan. Dat doet zich voor als de trekstapel leeg is (normale puntentelling), het Forum is afgebouwd en de eigenaar heeft de zes verschillende karakters als personeel in zijn ondertussen aardig vergrote logeerkamer liggen (die speler wint onmiddellijk), de Catacomben zijn afgebouwd (normale puntentelling) of de laatste beschikbare bouwplaats werd geclaimd.
De punten worden geteld: invloedspunten + punten van de kaarten in de schatkamer + bonuspunten van bepaalde gebouwen + bonuspunten voor de spelers die de meeste materialen van elke soort hebben opgeslagen in hun schatkamer (3 punten per soort). De speler met de meeste punten wint. En die heeft verdraaid goed gespeeld.
Mijmeringen (deel 2)
Ik heb GTR ondertussen zowel met 2, 3, 4 als 5 spelers gespeeld en elk spel is ons enorm goed bevallen. Het woordje “ons” in de vorige zin is niet onbelangrijk. Er was unanimiteit aan tafel. Ons eerste spel (met z’n vieren) duurde iets langer dan twee uur. Het vloog voorbij. En iedereen wou gelijk opnieuw. De volgende sessies speelden we aanzienlijk sneller. Logisch ook. Je krijgt het immers beter – ook letterlijk – in de vingers. Onlangs hebben we met z’n tweeën twee sessies gespeeld op een uurtje, maar ook bij meer spelers kan het binnen een kwartiertje afgelopen zijn als iemand de catacomben bouwt (al betekent dat niet dat de bouwer daarmee verzekerd is van de overwinning, verre van).
Dit spel kent een leercurve. Je moet de kaarten eerst een beetje leren kennen en de mogelijkheden van de combo’s al doende ontdekken. Maar het spelprincipe, het beseffen waarmee je bezig bent en waarom en hoe je doelstellingen te bereiken, dat valt allemaal nogal mee. De spelregels zijn duidelijk en overzichtelijk en eigenlijk niet echt uitgebreid. Soms moet je even je gezond verstand gebruiken bij de interpretatie van een combo, maar over het algemeen valt dat allemaal nog wel mee. Geen hoge instapdrempel dus. Neen, het is het omgaan met het veelvoud aan mogelijkhe
den in dit spel dat wat trainingstijd en bekwaamheidsverfijning vraagt. En dat is echt leuk. En als je denkt dat je alles al gezien hebt, komt er weer iemand met een onverwacht combootje dat je weer bij de les brengt. Herspeelbaarheid en GTR zijn synoniemen.
Op het eerste gezicht heb je het gevoel dat een aantal gebouwen het spel zwaar uit balans halen. Tot je een beter overzicht begint te krijgen over het hele plaatje, de combo’s die je kunt maken en de tegenzetten die je kunt doen – vergelijk het resultaat gerust met een eurekagevoel – en dan begint de pret pas echt.
Een groot pluspunt vind ik de interactie tussen de spelers. Je moet voortdurend op je hoede zijn voor de acties, tactieken en strategieën van de anderen en, indien nodig, je daaraan aanpassen door zelf in de aanval te gaan of verdedigend te gaan spelen. Zonder daarbij voorbij te gaan aan het feit dat je op het einde wel het meeste punten moet hebben om te kunnen winnen. Een moeilijke evenwichtsoefening.
Zeer aangenaam vind ik ook het afwisselend strategisch en tactisch spelen. Je moet denken op lange termijn maar meermaals moet je overschakelen naar tactisch spelen gezien de ontstane spelsituatie of omdat de acties van andere spelers je ertoe aanzetten. Toch, je ligt er nooit helemaal uit. Je blijft meedoen voor de overwinning tot op het einde, of hebt minstens het gevoel. Op BoardgameGeek merkte een speler op dat het zo’n spel is waarbij je het gevoel hebt dat je had kunnen winnen als je nog één extra beurt had gehad. Dat klopt. Ik heb zo’n uitspraak meerdere keren na een spel GTR horen vallen. Vreugde en verdriet liggen hier dus heel dicht bij elkaar, net als in het echte leven. Van mij mag dat.
Heel interessant is het feit dat je meerdere beurten nodig hebt om een gebouw te kunnen oprichten. Je begint met de bouwplaats te claimen (beperkt in voorraad!) en de latere beurten besteed je al dan niet aan de bovenbouw. Als je een "killer-gebouw" in de maak hebt krijgen de andere spelers ruim de tijd om aan een tegenzet te werken. Dat gaat meestal wel gepaard met overdreven zweetproductie, tremor van de handen en diep gezucht dat uit de poorten van de hel lijkt te komen. Maar het kan.
Nog een pluspunt vind ik de vele wegen naar de overwinning. En naar de nederlaag Er is het onvermijdelijke Forum dat de bouwer bij voltooiing onmiddellijk de overwinning schenkt (moeilijk – het vraagt een zekere stevigheid in de schoenen gecombineerd met een goeie geut risicobeheersing – maar haalbaar), de Catacomben die het spel direct beëindigen met innachtname van de gewone puntentelling (dikwijls wordt gewoon aan de bouw begonnen om de andere spelers onder druk te zetten), het snel bouwen zodat de bouwplaatsen snel zijn uitgeput (einde van het spel), de handelaarstrategie (zo snel en zo veel mogelijk verkopen van je materialen voor overwinningspunten in je schatkamer) of het zo snel mogelijk leeghalen van de trekstapel als je jezelf zegezeker voelt en je de juiste gebouwen voor het creëren van een “trekstapellek” hebt liggen (ik heb dit zien gebeuren en dat was een vrij indrukwekkend exploot gezien de dikte van de trekstapel).
Wil je winnen moet je bouwen. Je gebouwen leveren je op het einde van het spel overwinningspunten op, maar eveneens (en evenveel) invloedpunten tijdens het spel. Die invloed heb je nodig om werkvolk aan te trekken (arbeiders, handelaars, stielmannen, architecten, legionairs en ploegbazen) en om je schatkamer (gevuld met overwinninspunten door de verkoop van materialen uit je voorraad) uit te bouwen.
Ook een leuk gegeven: de pool. Dit zijn de kaarten die in het begin van het spel worden opengelegd (1 kaart per speler) en vanaf dan vooral wordt aangevuld door de uitgespeelde karakterkaarten van de spelers. Soms ligt de pool boordevol kaarten, soms moet je ze met een vergrootglas gaan zoeken.
En dan die dilemma’s. Elke kaart is een karakter, een gebouw of materiaal dat later kan omgezet worden in gebouwen of overwinningspunten. Kies je het ene, ga je niet voor de twee andere. Simpel, maar zweetbevorderend.
Je “kamp”, waarop de verschillende karakters en hun eigenschappen staan afgebeeld is ook een heel handig extraatje. Het dient tegelijk als speloverzicht en als hulpmiddel voor het managen van je kaarten. Eén van de meest praktische die ik ooit gezien heb. Mooi gedaan.
Race For The Galaxy heb ik zeker nog niet afgeschreven. Zeker niet. De vraag is alleen of het nog wel de kans gaat krijgen op tafel te komen na mijn kennismaking met Glory To Rome.
Dominique
Glory To Rome (Cambridge Game Factory, 2005)
Carl Chudyck
2 tot 5 spelers vanaf 12 jaar
60 minuten
Heb gisteren mijn exemplaar van Glory to Rome ontvangen en na 2 potjes met Kris kan ik inderdaad bevestigen dat dit een topper is. Eens je wat vertrouwd bent met de kaarten speelt het heel vlot en toch moet je zoveel keuzes maken en combo’s ontdekken…hierop geraak je niet snel uitgekeken (lees:uitgespeeld)… I love it!
LikeLike
Potverdikkie Dominique, dit gaat me weer geld kosten! Ik denk dat ik nu toch maar eens een Amerikaanse online spellenshop moet proberen.
LikeLike
Peter Hein,
Je ziet aan de reactie van Pieter dat de aanschaf van dit spel zeker loont. Hou je dus niet in, zou ik zeggen. En hou ons zeker op de hoogte van je ervaringen als je het eenmaal gespeeld hebt.
LikeLike