Goede heksen, slechte heksen en een veldmuis met zonnebril.

In ‘The Card Game of Oz’ (1 tot 4 spelers) probeert u als auteur – het is een keertje iets anders – karakters, locaties, voorwerpen en gebeurtenissen uit ‘The Wonderful Wizard of Oz’, het legendarische boek van L. Frank Baum, aan elkaar te linken zodat er een mooi verhaal ontstaat. Dat doet u door te dobbelen en kaarten (uit een gemeenschappelijke stapel) aan locaties uit te spelen. Uw dobbelresultaat bepaalt hoeveel kaarten u mag trekken en uitspelen en hoever u uw karakters langs de locaties, zes in totaal, kunt verplaatsen.

Uiteraard speelt u voor overwinningspunten. Die krijgt u voor de karakterkaarten die u tijdens het spel hebt uitgespeeld, eventueel opgepompt met objecten, magie, effecten en de invloed van locaties. Ze worden uitgedeeld van zodra een spelen een sleutelfiguur uit het boek op het eind van het locatiespoor heeft geplaatst.

Het einde van het spel bepaalt u zelf door een zogenaamd prime karakter op de “The End” kaart op het einde van uw avonturenspoor te plaatsen. Daar moet u erg goed mee oppassen want dat karakter gaat dan niet bijdragen aan uw eindscore. Soit, karakters die zich tijdens de aftiteling op het locatiespoor bevinden leveren u wel punten op. Wie er het meeste heeft verzameld wint.

The Wizard of Oz, al jaren ben ik erdoor gefascineerd. En het is nog erger geworden sinds het verschijnen van de licht verontrustende en ontregelende roman “Wicked” van Gregory Maguire, Geen wonder dat mijn spelershart een vreugdesprongetje maakte toen dit spel onverwacht op de deurmat plofte.

Het genieten begint al bij het openen van de, verrassend grote, doos. Wat daarin zit is gewoonweg sprookjesachtig prachtig: de kaarten, de locaties, de speciale dobbelstenen, de niet verwachte extraatjes en de verhaaldoosjes waarin u de storypacks kunt bewaren. Het mooiste artwork dat ik ooit in een spel heb gezien, beste medespeler, bevindt zich in The Card Game of Oz, en dan vooral op de grote locatiekaarten. Mijn mond, toch het een en ander gewend, viel gewoon open van verbazing.

U hebt wel wat werk om de juiste kaarten voor de vier verhaallijnen (storypacks) uit te zoeken, maar de schoonheid van het bovengenoemde artwork compenseerde dit monnikenwerk ruimschoots.

Op schoonheid alleen kan een spel uiteraard niet teren, dus maar onmiddellijk de tanden gezet in storypack 1.

Ik was aangenaam verrast.

Zo’n storypack is samengesteld uit locatielaarten, waarvan er bij spelaanvang zes willekeurig worden uitgelegd, en een corresponderende kaartendeck.

Liggen het wandelpad en de goed geschudde trekstapel klaar begint de pret.

Het dobbelen voor de “story points” op zich, een steeds terugkerend ritueel als uw beurt begint, is al een aangename bezigheid. U hebt die actiepunten immers nodig om kaarten uit te spelen, locaties te wijzigen en uw karakters te bewegen richting “The End”, waar hopelijk de overwinning op u ligt te wachten. U begint met vier blauwe basis dobbelstenen en u mag deze voorraad met een gouden exemplaar aanvullen per karakter dat u al in het spel hebt gebracht. Daarbovenop mag u per kaart die u aflegt (archiveert) ook een extra gouden dobbelsteen gooien. Het maximum aantal dobbelstenen is tien, vier blauwe en zes gouden. De blauwe dobbelstenen zorgen ervoor dat u altijd minstens één klaproos, het symbool voor een actiepunt, gooit. Mooi.

Met die klaproosjes gaat u aan de slag.

U kunt ze gebruiken om kaarten van de stapel op hand te trekken (één per kaart), een karakter naar keuze naar een aangrenzende locatie te begeven, locaties om te wisselen met locaties uit de voorraad (twee klaproosjes per locatie) en kaarten uit de hand te spelen. Niet gebruikte klaproosjes gaan op het einde van uw beurt reddeloos verloren.

Erg leuk: de gebeurteniskaarten, die u na betaling – u mag meer betalen om te bluffen – gedekt voor u mag leggen om ze later in het spel op elk moment te activeren. Onmiddellijk open spelen mag ook, maar ik heb ondervonden dat een goed getimede druk op uw tegenstander wonderen kan doen. Vooral zijn onwetendheid, zeg maar angst, doet hem met de rem op spelen en dat is erg leuk voor u.

Wat dit erg interactieve spel ook zo leuk maakt is dat u het gevoel hebt dat u op elk moment kunt winnen, al lijkt de situatie hopeloos. Na enkele sessies weet u ongeveer welke kaarten zich in de stapel – u kunt kiezen uit vier verhaallijnen, samen goed voor meer dan 230 kaarten – bevinden en waar u naartoe kunt werken om enige kans op slagen te hebben. En zoals al aangegeven kan een gedekte gebeurteniskaart die op het juiste moment wordt geactiveerd wonderen doen.

Ook erg interessant is het handmanagement, gekoppeld aan de wetenschap dat kaarten die werden afgelegd later weer in het spel kunnen opduiken. Ervaren Oz bezoekers weten daar dan ook heel slim mee om te gaan.

Voor de deckbuilders onder ons: u kunt naar believen een eigen storypack samenstellen, een eigen verhaallijn als het ware. Het is eens wat anders, een gemeenschappelijke trekstapel bouwen. Meestal doet u dat alleen voor uzelf.

The Card Game of Oz schittert als tweespeler spel. Met drie of vier hebt u moeite het overzicht te bewaren en durft het einde zich al eens abrupt aandienen. Nee, u moet hier echt voor het duel gaan. Dan geniet u maximaal.

En als u verliest hebt u lekker kunnen genieten van de schoonheid en de steeds weer wisselende verhaallijn waarover u na afloop nog eens lekker met uw tegenspeler(s) kunt napraten. “Gezien hoe die veldmuizen en hun koningin mij te hulp schoten en hoe ik de boerin tactisch bij die boerderij heb uitgespeeld, om haar vervolgens met de uitschuifbare ladder kosteloos samen met de blikken man en Eleanor Kemp naar de troonzaal van de Grote Oz te verplaatsen, waarna mijn Munchkin baby mij het broodnodige halve punt bezorgde voor de overwinning?.” Dat zijn het soort discussies die zich na afloop aan uw keukentafel ontvouwen.

Als u zichzelf wil trainen kunt u de solovariant aansnijden waarin u binnen een aantal opgegeven beurten zoveel mogelijk punten moet proberen te halen. Verrassend leuk, deze variant.

Hou geen rekening met de opgegeven speeltijd van 20 minuten. Drie kwartier tot een uur komt eerder in de buurt. Gelukkig staat langer spelen hier gelijk aan langer genieten.

U hoeft geen fan van het Oz universum te zijn om hiervan te kunnen genieten. Misschien geniet u zelfs nog meer als u uw eerste verwonderde stappen zet in deze eigenaardige, sprookjesachtige wereld.

Nieuwe storypacks zijn op komst. Ik kan nu al niet wachten.

Toeslaan!

Dominique

 

The Card Game of Oz

Game Salute / Orion’s Bell, 2014)

James C. O’Connor

1 tot 4 spelers vanaf 14 jaar

20 minuten